Hoofdmenu:
Organisatie ggz-gezondheidszorg per 1-1-2014
Per 1 januari is de organisatie van de ggz-gezondheidszorg ingrijpend veranderd. De behandeling van de volgende probleemgebieden wordt niet meer vergoed vanuit de basisverzekering:
relatietherapie.
behandeling van werkgerelateerde problematiek.
psychische klachten zonder psychische stoornis .
behandeling van aanpassingsstoornissen: hierbij kun je denken aan het verlies van werk, een ziekte en de gevolgen daarvan, een echtscheiding, het verlies van een dierbare. Kenmerkend voor aanpassingsstoornissen is dat ze vaak gepaard gaan met een depressieve stemming (verlies van interesse, vermoeidheid, slaapproblemen) of angstklachten (piekeren, angstige gedachten, hyperventilatie, onrust).
Er is een nieuw stelsel ingevoerd
Dit stelsel kent 3 mogelijkheden:
1. je zoekt zelf een therapeut,
2. via de huisarts ga je naar de praktijkondersteuner-GGZ,
3. via de huisarts ga je naar de gespecialiseerde GGZ.
1. Je zoekt zelf een therapeut
Je gaat zelf op zoek naar een therapeut die bij je past. Je hebt geen verwijzing van je huisarts nodig. Als je aanvullend verzekerd bent krijg je meestal (een deel van) de therapie vergoed, ook als het gaat om de eerder genoemde problematiek. Deze vergoeding gaat niet ten koste van je eigen risico.
2. Via de huisarts ga je naar de praktijkondersteuner-GGZ
Je kunt bij je huisarts terecht voor:
psychische klachten van diverse aard
of geherïndiceerde preventie voor depressie, paniek, angst en alcoholgebruik.
Deze worden behandeld door de Praktijk Ondersteuner Huisarts-GGZ (afgekort: POH-GGZ). In principe gaat het hierbij om klachtegerichte zorgverlening van maximaal 5 sessies van 30 minuten.
3. Via de huisarts ga je naar de gespecialiseerde GGZ
Je kunt alleen nog naar een psycholoog, psychiater en gespecialiseerde GGZ doorverwezen worden, als je gediagnosticeerd bent door een daartoe aangewezen BIG-geregistreerde zorgprofessional (psychiater, klinisch psycholoog, psychotherapeut etc.). Dus vragen bij je huisarts voor verwijzing naar een psycholoog kan niet meer. Je moet dus eerst een diagnose hebben: er moet sprake zijn van een ‘psychische stoornis’.